Rente en rentevisie
Rentevisie
Onze rentevisie is gebaseerd op de meest actuele ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt. Wij maken daarbij onder andere gebruik van de renteprognose en berichtgeving van de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG).
De Nederlandse economie is bij het schrijven van deze begroting bijna terug op het niveau van voor de coronacrisis. De verschillen per bedrijfstak zijn echter aanzienlijk. In de energiesector, de industrie en verhuur en handel in onroerend goed is de bedrijvigheid hoger dan twee jaar geleden. In de cultuursector en de reisbranche is de activiteit echter nog lang niet terug op het niveau van voor de coronacrisis.
De economische vooruitzichten worden bepaald door de ontwikkeling van de pandemie. Indien de vaccinatie van de bevolking volgens de verwachtingen verloopt, dan zal het openbare leven na de zomer grotendeels zijn genormaliseerd. De economie zal zich daardoor in de westerse landen kunnen herstellen. De onzekerheden blijven evenwel groot.
In de eurozone groeit de economie in 2021 naar verwachting met 4,7 procent, iets sterker dan eerder was verwacht. In 2022 neemt het bbp met ca. 4,3 procent toe. Het economisch herstel is te danken aan het ruime monetaire beleid en de steunpakketten van de overheden. Naar aanleiding van de cijfers over het tweede kwartaal zijn we positiever over de Nederlandse economie. De verwachte groei voor dit jaar is verhoogd van 3,2 procent naar 4,0 procent. Voor 2022 wordt een groei van 3,5 procent verwacht. De inflatie komt dit jaar uit op ca. 1,7 procent. In 2022 blijft de geldontwaarding nagenoeg stabiel op 1,6 procent.
De Europese Centrale Bank (ECB) blijft vooralsnog een ruim monetair beleid voeren. De leningen in het kader van de derde targeted longer-term refinancing operations (TLTRO III) aan banken lopen door tot juni 2022. De recente toename van de inflatie is volgens de ECB van tijdelijke aard. Mede gelet op de onzekerheid over het verloop van de pandemie zal de centrale bank waarschijnlijk ook na maart volgend jaar effecten blijven aankopen. De lange rentetarieven zullen daardoor lager uitkomen dan eerder was voorzien.
Wij houden rekening met een externe financiering bij langlopende leningen van 1,5 % en de kapitaalmarkt (afhankelijk van de gewenste looptijd van een lening) beweegt zich daar nu nog onder. Een lichte groei van de kapitaalmarktrente kan bij het aantrekken van nieuwe leningen daardoor worden opgevangen binnen het geraamde rentebudget. Een stijging van de lange rente heeft geen effect op de bestaande contracten, omdat de rente hier contractueel is vastgelegd en niet zal wijzigen.
Voor de korte rente wordt een lager percentage gehanteerd. Indien de korte rente stijgt of daalt, heeft dit onmiddellijk effect op het renteresultaat.
(bedragen x € 1 mln.) | |||||||
Kengetallen | Bron | Streefwaarde | |||||
Rek.2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | ||
Rente risiconorm | Wet fido | 18,2 | 19,4 | 21,0 | 19,4 | 19,6 | 19,6 |
Kasgeldlimiet | Wet fido | 7,8 | 8,3 | 8,9 | 8,2 | 8,3 | 8,3 |
Schatkist bankieren drempel | Wet fido | 0,7 | 0,7 | 2,1 | 1,9 | 1,9 | 1,9 |
Kredietwaardigheid financiële instellingen uitgezette middelen | Financieringsstatuut | Triple A | Triple A | Triple A | Triple A | Triple A | Triple A |
Omslagrente (interne financiering)
De wijze van berekenen van de hoogte van de omslagrente en de presentatie van het renteresultaat zijn voorgeschreven in het BBV (besluit begroting en verantwoording). Alle externe rentebaten van de gemeente tellen mee bij de berekening van de hoogte van de renteomslag. Deze externe rentebaten zijn reeds in de begroting op de verschillende programma’s verwerkt en leiden niet tot een resultaat. De toegerekende rente over het eigen- en vreemd vermogen is verwerkt in de begroting.
Kortlopende interne financiering (< dan 1 jaar)
Alle bankrekeningen van de gemeente worden centraal beheerd. De Treasury voorziet in de financieringsbehoefte van de gemeente, die ontstaat uit het saldo op de bankrekeningen van de lopende uitgaven en inkomsten (exploitatie en investeringen).
Langlopende interne financiering (> dan 1 jaar)
Voor de interne toerekening van de rentekosten over investeringen hanteert de gemeente het omslagsysteem. Dit houdt in dat over alle investeringen een gemiddelde rente wordt gerekend, de zogeheten omslagrente. Deze omslagrente wordt aan het begin van elk jaar vastgesteld. Voor het begrotingsjaar 2022 is de omslagrente bepaald op 1,5%.
Het onderstaande renteschema geeft inzicht in de berekening van de omslagrente en het renteresultaat:
(bedragen x € 1.000) | |||
Rentecomponent | |||
a | De externe rentelasten over kort- en langlopende financiering | 825 | |
b | De externe rentebaten | -6 | |
Saldo rentelasten en rentebaten | 819 | ||
c1 | Rente doorberekening grondexploitaties | -15 | |
c2 | Rentebaat verstrekte leningen (=projectfinanciering) | ||
-15 | |||
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente | 804 | ||
d1 | Rente eigen vermogen | 728 | |
d2 | Rente voorzieningen | ||
728 | |||
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente | 1.532 | ||
e | De aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag 1,5%) | -1.761 | |
f | Renteresultaat op het taakveld Treasury | -229 |
Vaste activa versus eigen en vreemd vermogen
De boekwaarde van de activa per 31 december 2022 wordt geraamd op (maximaal) ruim € 133 miljoen. In de financiering daarvan wordt voorzien door middel van vreemd vermogen (ca. € 87 miljoen), eigen vermogen (ca. € 40 miljoen) en de voorzieningen (ca. € 6 miljoen).
Het vreemd vermogen bestaat voor ca. € 49 miljoen uit reeds aangegane vaste geldleningen, € 21 miljoen kort vreemd vermogen en voor € 17 miljoen aan nog aan te trekken geldleningen (= financieringsbehoefte).
Omdat de praktijk leert dat er een bepaalde mate van onderuitputting op de geraamde investeringen ontstaat, is in de berekende financieringsbehoefte reeds rekening gehouden met een realisatiepercentage investeringen van 70%. Onze tijdelijke financieringsbehoefte wordt opgevangen met kortlopende financieringsmiddelen, binnen de kasgeldlimiet.
Externe rentelasten
Eind 2021 bedraagt de verwachte omvang van de leningportefeuille € 57,9 miljoen. Op basis van de geprognosticeerde boekwaarde van de vaste activa bedraagt de financieringsbehoefte voor 2022 € 13,6 miljoen. De geraamde externe rentelasten voor 2022 bedragen € 0,8 mln.
Wanneer een investering later wordt gerealiseerd dan de planning, ontstaat in principe een éénmalig voordeel. Omdat sprake is van een repeterend patroon kan dit jaarlijkse éénmalige voordeel als structureel worden beschouwd. De raming van de kapitaallasten is zodanig opgebouwd dat er een structureel voordeel van gemiddeld € 280.000 is opgenomen in de begroting.
Voor nieuw aan te trekken vaste geldleningen gaan we uit van het (omslag)percentage van 1,5%.
Afhankelijk van het type geldlening (fixe, gelijk of annuïtair) en looptijd (> 1 tot < 25 jaar) zal de rente lager of hoger zijn dan de omslagrente. Een verwacht rentevoordeel op een nieuw aan te trekken vaste geldlening, zijnde het verschil tussen gecalculeerde marktrente en omslagrente, wordt in het eerste jaar als éénmalig voordeel meegenomen.
Rente grondexploitatie
Met ingang van 1 januari 2016 wordt de rentetoerekening aan de grondexploitaties op een specifieke wijze berekend. Voor het rentepercentage over het vreemde vermogen geldt het gewogen gemiddelde en over het eigen vermogen mag geen rente worden toegerekend.
Omdat het gewogen gemiddelde rentepercentage over het vreemde vermogen 1,26% bedraagt en de verhouding vreemd vermogen : totaal vermogen 67%, bedraagt het toe te rekenen percentage:
67% x 1,26% = 0,85%. Dit percentage mag maximaal 0,5% afwijken en wordt in Maassluis afgerond op 1,0%.
Rente eigen vermogen
Voor de berekening van de omslagrente die aan de taakvelden wordt toegerekend, kan de gemeente ervoor kiezen de rente over het eigen vermogen en de voorzieningen (de bespaarde rente) wel of niet mee te nemen. De commissie BBV adviseert om de bespaarde rente niet mee te nemen. Omdat het advies van de commissie BBV een substantieel nadelig effect heeft, nemen wij de rente over het eigen vermogen en de voorzieningen wel mee.
Dit nadeel kan als volgt worden toegelicht:
De bespaarde rente over het eigen vermogen en de voorzieningen bedraagt in totaal € 727.950. De lasten en baten worden per saldo budgetneutraal geboekt en er ontstaat hierdoor geen geldstroom. Wanneer in het renteschema de bespaarde rente echter niet zou worden meegenomen, daalt de omslagrente van 1,5% naar 0,7%.
Dit percentage dient dan ook te worden toegepast op de boekwaarde van de investeringen voor kostendekkende tarieven (ca. € 30 miljoen), waardoor er een nadeel voor de exploitatie ontstaat van ca. € 1,5 ton.
Omslagrente
De totaal aan de taakvelden toegerekende rente bedraagt afgerond € 1,8 miljoen. De boekwaarde van de vaste activa dient te worden verminderd met de boekwaarde van de grondexploitaties en de specifiek verstrekte geldleningen. De rentelasten, uitgedrukt in een percentage van de gecorrigeerde boekwaarde bedraagt 1,41% en wordt afgerond op 1,5%.