Analyse saldo programma
(bedragen x 1.000) | ||
Verschillenanalyse | ||
Begroting 2021; Jaarschijf 2022 (inclusief reservemutaties) | -64.619 | |
Begroting 2022 (inclusief reservemutaties) | -68.985 | |
Verschil | -4.366 | v |
Verklaring onderstaande tabel
In de tabel ‘verschillenanalyse’ hieronder is de specificatie opgenomen van het verschil tussen de begroting 2021, jaarschijf 2022 en de begroting 2022 zoals in de tabel hierboven getoond.
De verschillen die volgen uit eerder vastgestelde bestuursrapportages en de Kadernota 2022 zijn voor de volledigheid toegevoegd, maar worden niet nader toegelicht. De kadernota-mutaties zijn verwerkt in de begroting.
Onder het kopje Begroting 2022 zijn verschillen opgenomen die zijn ontstaan na vaststelling van de Kadernota 2022. Deze bestaan uit autonome ontwikkelingen en de ruimtescheppers uit het ombuigingspakket. Deze onderdelen worden onder de tabel ‘verschillenanalyse’ toegelicht.
Ontwikkelingen in de jaarschijven na 2022 zijn opgenomen in hoofdstuk 3.2 Overzicht van baten en lasten (Toelichting ontwikkeling meerjarenperspectief).
(bedragen x 1.000) | ||
Verschillenanalyse | ||
Oktoberbrief | -24 | v |
2e Bestuursrapportage 2020 | -125 | v |
1e Bestuursrapportage 2021 | 69 | n |
Kadernota | ||
Ruimtescheppers | ||
Onderbesteding BTW-compensatiefonds | -100 | v |
Areaaluitbreiding - Groei van de stad | -493 | v |
Actualisatie OZB | -125 | v |
Actualisatie IP/Treasury | -450 | v |
Ruimtevragers | ||
Risicostelpost | 250 | n |
Areaaluitbreiding openbare ruimte | -128 | v |
Investeringen kadernota | 44 | n |
Begroting 2022 | ||
Autonome ontwikkelingen | ||
Meicirculaire en indexering | -1.556 | v |
Personeelsbegroting en kostenverdeling | 176 | n |
Investeringsplan en MPG | 194 | n |
Overige mutaties | 46 | n |
Actualisatie woningaantallen | 25 | n |
AU-Incidentele middelen Jeugd | -2.428 | v |
Ophogen risicostelpost | 259 | n |
Verschil | -4.366 | v |
Toelichting
Autonome ontwikkelingen
Meicirculaire en indexering
De Meicirculaire levert voor Maassluis een voordeel op van € 297.000 in 2022 en dit verandert in een structureel nadeel van € 46.000 in 2025. Daarnaast wordt het bedrag voor de onderbesteding BTW-compensatiefonds verhoogd met € 75.000. Met het bedrag dat reeds in de kadernota is opgenomen, wordt daarmee 50% van de maximale ruimte geraamd. Verder wordt er een voorschot genomen op de indexatie van de integratie-uitkering Participatie. Bovenstaande zaken geven op dit programma een voordeel van bijna € 460.000 in totaal. Er is € 1,1 miljoen nodig voor loon- en prijsstijgingen.
Personeelsbegroting / kostenverdeling
Als gevolg van de indexering van de loonkosten stijgen de loonkosten. Daarnaast leidt een andere prioriteitstelling tot verschuivingen in de apparaatslasten van de producten en programma's. Voor dit programma levert dit per saldo een nadeel op. Voor een nadere toelichting op de ontwikkeling van de totale personeelslasten verwijzen wij naar de paragraaf bedrijfsvoering.
Investeringsplan en MPG
De verlaging van de omslagrente leidt tot een voordeel voor alle programma's. Doordat er minder rentekosten naar de programma's kunnen worden verdeeld, ontstaat er een nadeel op de algemene dekkingsmiddelen.
Overige mutaties
Er is via de stelposten een aantal taakstellingen gerealiseerd. Dit leidt tot een verlaging van de opbrengsten van € 46.000 op dit onderdeel en een verlaging van de kosten op andere programma's (budget neutraal).
Actualisatie woningaantallen
Met het MPG 2022 zijn ook de woningbouw- en sloopprognoses geactualiseerd. Dit levert in 2022 nog een nadeel op van € 25.000. Structureel verwachten wij hier een voordeel van € 25.000 vanaf 2025.
Algemene uitkering incidentele middelen jeugd
De VNG, BZK en de provincies hebben afspraken gemaakt over de op te nemen rijksbijdrage vanwege de jeugdzorgkosten. Dit vooruitlopend op de definitieve rijksmiddelen waarover het volgende kabinet zal besluiten.
Gemeenten mogen in hun meerjarenbegroting er vanuit gaan dat de rijksbijdrage 75% wordt van hetgeen de arbitragecommissie berekent.
Wegvallen opbrengsten Stedin
De rechtbank heeft recentelijk de vorderingen van de gemeente in het kader van de vergoedingen door Stedin afgewezen. De vergoeding op grond van de akte wordt als een precarioheffing gekwalificeerd.
Met de kadernota was al deels op geanticipeerd op lagere opbrengsten. Met deze uitspraak zal het restant van de opbrengsten ook komen te vervallen.
Er zal nog worden onderzocht of we via de zogenaamde verlegregeling, schadevergoeding bij projecten, etc. nog kosten kunnen compenseren in dit kader. Het is nu nog te vroeg om hier opbrengsten voor op te nemen.