Kapitaallasten
Door de hoge investeringsvolumes in de jaren 2020 tot en met 2022 nemen de kapitaallasten van de investeringen meerjarig toe (zie ook onderstaande grafiek). Naarmate het aandeel van de kapitaallasten toeneemt in de begroting wordt ook deze ook minder flexibel.
De toename van de rentelasten valt door de blijvende lage rentestanden mee. Voor de berekening van de meerjarige rentelasten is gerekend met een omslagrente van 1,5% .
(bedragen x € 1.000) | ||||
Verloop kapitaallasten | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
Afschrijvingen | 5.392 | 6.194 | 6.488 | 6.977 |
Toegerekende omslagrente | 1.761 | 1.921 | 2.032 | 2.245 |
Kapitaallasten | 7.153 | 8.115 | 8.520 | 9.222 |
In de begroting wordt rekening gehouden met een realisatiepercentage van 70%. Deze aanname is op basis van historische informatie realistisch. Voor 2022 bedraagt correctie van de kapitaallasten als gevolg van niet uitgevoerde investeringen (de zogenaamde stelpost onderuitputting) € 280.000.
(bedragen x € 1.000) | ||||
Stelpost onderuitputting | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
Begroting 2022-2025 | 280 | 280 | 280 | 280 |
Wanneer de kapitaallasten worden afgezet tegen de totale lasten van de begroting, dan neemt het procentuele aandeel van de kapitaallasten toe. Dit betekent dat de flexibiliteit van de begroting afneemt, omdat een deel van de lasten meerjarig vast ligt.