Planning en Control
Het zorgen voor actuele en betrouwbare financiële informatie, adequate advisering en de toezicht op de rechtmatige uitvoering zijn onderdeel van de Planning en Control. Om deze nu én in de toekomst goed te kunnen uitvoeren, werken we aan continue professionalisering en stroomlijning van de Planning en Control cyclus.
De rapportages
De eerste maanden van 2022 staan in het teken van de jaarrekening 2021. Vervolgens wordt bij het opstellen van de kadernota 2023 een opmaat gemaakt voor de begroting 2023. Hierin worden de autonome financiële ontwikkelingen, waar de gemeente niets aan kan veranderen, gecombineerd met gewenste (nieuwe) activiteiten. In 2022 worden de gemeenteraadsverkiezingen gehouden in maart. In hoeverre het mogelijk is om het nieuwe coalitieakkoord direct te verwerken in de kadernota 2023 moet nog worden bezien, maar in de begroting 2023 zal dit financieel zijn vertaald.
Met de bestuursrapportages wordt tussentijds gerapporteerd over de realisatie van de begroting. Het zijn compacte financiële afwijkingenrapportages, op basis van actuele inzichten. De focus van de rapportages ligt op de eindejaarprognose (uitkomst) ten opzichte van de exploitatiebegroting. Indien noodzakelijk - in het kader van de rechtmatigheid - wordt aan het eind van het jaar een laatste begrotingswijziging opgesteld.
Rechtmatigheidsverantwoording
De rechtmatigheidsverantwoording is met minimaal één jaar uitgesteld. Dat wil zeggen dat op z'n vroegst met ingang van verslagjaar 2022, dus bij de rekening 2022, het college zelf verantwoording aflegt over de rechtmatige uitvoering van zijn taken. Hiertoe stelt het college een rechtmatigheidsverantwoording op en gaat hierover met de raad in debat. Deze verantwoording richt zicht meer dan nu op processen en systemen (en minder op gegevens) en meer dan nu op risicogebieden (en minder op de volle breedte van gemeentelijke aandachtsvelden). Hiermee gepaard gaat de nodige aandacht voor risicomanagement, dat moet leiden tot betere beheersing van en omgang met onzekerheid.
Het uitstel zorgt ervoor dat we de invoering van de rechtmatigheidsverantwoording en de eventueel daarbij gepaard gaande nieuwe manier van werken beter kunnen implementeren. Eind 2021 gaan we daarmee beginnen, dit zal worden voortgezet in 2022.